Vanaf de Zijlijn: Dag kassa

Elisa Kuster komt haar hele leven al bij FC Dordrecht. Mist vrijwel geen wedstrijd en nam vroeger nog wel eens de telefoon op bij de club vanuit een bouwkeet. Kan vanaf haar plekje op Noord net over het hek kijken en ziet daarom FC Dordrecht soms net even anders dan de rest.

De laatste keer dat er een rij mensen voor de kassa stond is in mijn herinnering inmiddels voorzien van een sepia filter. Niet zozeer omdat er geen interesse is in toegangsbewijzen, maar omdat er geen fysieke kaartverkoop meer is bij het stadion. Iemand bij de club had bedacht dat alles online kan worden afgehandeld. Die iemand heeft waarschijnlijk nooit in de rij gestaan voor een kaartje, met een hand vol munten en een hart vol verwachtingen. De kassahokjes, op de Krommedijk doorgaans bemand door vrouwen die vrijwillig achter een raam gaan zitten, verdwijnen langzaam uit het betaald voetbal. Digitaalslag, van het ergste soort.

De omslag ging gelukkig wel op zijn Dordts, je moest online kaarten kopen maar je kon ze niet laten scannen vanaf je telefoon. Om binnen te komen moest je je kaarten eerst printen. Daarvoor had je een printer nodig, zo’n ding dat in de jaren ’90 van de vorige eeuw helemaal hot was. Zo hadden we toch nog iets van vroeger om aan vast te houden. “Wat is dit voor een club?” hoorde ik iemand roepen. De stewards konden er ook niks aan doen en stuurden kaartloze supporters naar de administratie alwaar de rij tot Efteling proporties groeide.

Deze logistieke problemen leidden niet tot de terugkeer van de kassaverkoop, dat zou te makkelijk zijn. Nee, de stewards kregen nieuwe scanners die significant verbeterd waren en dus ook schermpjes konden lezen. Mits je je kaartje online had gekocht, die eerste stap was ook al niet voor iedereen even duidelijk.

Nog steeds, de digitale revolutie begon vorig seizoen, zie ik mensen verdwaasd heen en weer over de parkeerplaats lopen op zoek naar de kassa. Die staat er overigens wel alleen blijven de luiken gesloten. Soms blijft er iemand voor staan, in de hoop dat de luiken toch nog geopend worden. De assertieve liefhebber loopt de fanshop binnen om te vragen naar kaarten. Daar worden ze gewezen op de vele mogelijkheden die een smartphone biedt, naast bellen kan je er ook een digitaal toegangsbewijs mee aanschaffen. Als je het zo brengt komt het een stuk vriendelijker over.

Kassahokjes zijn de nieuwe telefooncellen, beide gaven je toegang tot een wereld aan de andere kant van de lijn, beide behoren tot iets van vroeger. En dat allebei door de komst van de mobiele telefoon. Wat een stomme uitvinding eigenlijk.