Vanaf de zijlijn: Onze schapenmoeders
Joke is al jarenlang steward, samen met haar zus Diny. In de fluorkleurige jas staan ze ons op te wachten bij de bus. Joke geeft me twee appels uit haar lunchpakket. ‘Jij lust die dingen toch?
En zo zit ik in de bus met twee appels in mijn tas en een blikje bier. Het is tenslotte vrijdag, de week wordt symbolisch afgesloten met een stevige ruk aan het lipje. Ssshhht en hop, daar gaan alle opgekropte ergernissen van de afgelopen dagen. Dit ritueel is niet uniek als ik naar de geluiden om me heen luister, de ssshhht klanken ploppen her en der op in de bus. Behalve bij Diny en Joke, zij drinken een flesje chocomel.
Naarmate de reis vordert en de spanning stijgt wordt de stemming wat meer uitgelaten. ‘Cindy, we willen Nederlandstalige muziek!’, roept een supporter naar de chauffeur. Cindy, type onverschrokken maar altijd in voor gezelligheid, antwoordt dat ze dat op de terugreis aanzet. Nu wil ze de fileberichten niet missen dus blijft de radio op haar zender.
Een telefoon wordt op speaker gezet en de supporter begint zijn gewenste Nederlandstalige liedjes mee te zingen. Hij kent alle teksten uit zijn hoofd, nu nog toon proberen te houden.
Diny en Joke vinden het allemaal goed, geen onvertogen woord over hun supporters. De bus maakt een stop bij een benzinestation om even de benen te strekken. Een groepje supporters strijkt neer in de pompwinkel om vette hap te scoren. Joke en Diny houden op afstand toezicht, genietend van de frisse uitlaatlucht vermengd met nicotine. ‘Jongens, opschieten, we gaan weer vertrekken!’
De wedstrijd doofde als een nachtkaars, we lieten het thuispubliek tevreden achter. Af en toe moest Joke even ingrijpen en iemand bij het hek wegplukken. ‘Jongeman, doe dat maar niet.’ Mokkend gaf hij zich over, je gaat de strijd niet aan met iemand die je oma had kunnen zijn.
Diny, Joke en vele andere stewards hebben het vak geleerd van Oma Nel, met geduld en liefde krijg je het meeste voor elkaar. Als we de bus instappen zie ik weinig sombere gezichten. Er worden alweer grappen gemaakt over onze spits die alles kan behalve scoren. De blikjes bier gaan weer open, ik pak een appeltje uit mijn tas.
Joke klaagt dat er te weinig stewards zijn, ze snapt het niet. Het is toch leuk om dit te doen? Misschien kunnen vrouwen niet zo hard schieten, weten ze niet altijd wat buitenspel is maar orde houden in het stadion kunnen ze als de beste.
En daarom houden we van ze, onze schapenhoeders, of beter gezegd: onze schapenmoeders.
Column van Elisa Kuster
Project “Rugdekking”
Psssst: wil jij ook een toffe steward worden en meteen een opleiding krijgen voor een carrière in de beveiliging?
Op de website van FC Dordrecht vind je meer informatie.